Hoe virtual reality de sport verandert

Foto: Martyn de Jong

Uit wetenschappelijk onderzoekt blijkt dat trainen in een virtuele wereld je stimuleert om harder te gaan en langer door te zetten, dat het blessures helpt overwinnen én dat het tactische winst oplevert waar je je voordeel mee kan doen in het wedstrijdveld. 

Tijd om na te denken is er niet wanneer de verdediger de bal haastig in mijn schoenen speelt. De druk is hoog: die bal moét het doel in, en het liefst snel een beetje. Als vanzelf begin ik te sprinten, middendoor op de goal af. Het doel komt iedere seconde dichterbij. Maar die potige verdediger ook. Als ik de kans op de overwinning niet uit handen wil geven, moet ik die bal afleggen aan een teamgenoot. Ik kijk snel om me heen, op zoek naar bijval. En dan bevriest het spel net zo plots als het begon. ‘Aan wie speel je door?’ hoor ik in de verte. ‘Nú beslissen.’ Ik aarzel. ‘Aan speler Y’, zeg ik, stiekem spiekend naar de drie spelers (B, Y en X) die klaar lijken staan om mijn aanval op doel af te ronden. Ver weg hoor ik hoe een knop van een Xbox-controller wordt ingedrukt. De bal rolt… en wordt onderschept. ‘Fout.’

Wanneer ik de Oculus Rift-headset gefrustreerd van mijn hoofd trek, maakt het met fans afgeladen voetbalstadion waar ik zojuist nog virtueel doorheen rende plaats voor een wat zwak verlichte hoek van een kantoor op een Alkmaars industrieterrein. ‘Het juiste antwoord was B’, wrijft Sander Schouten in. Schouten is mede-oprichter van Beyond Sports, een softwarebedrijf dat onder andere virtual reality-toepassingen ontwikkelt die sportteams helpen trainen. Bij de training die ik zojuist onderging draait alles om het verbeteren van tactisch inzicht: hoe kan ik het best handelen in een bepaalde situatie. ‘Het brein leert beter op situaties reageren als het die ook daadwerkelijk meemaakt. Dat werkt veel beter dan achteraf op een whiteboard uitleggen wat er beter had gekund.’

Om zijn statement kracht bij te zetten maant Schouten me de headset opnieuw op te zetten. ‘Heb je hoogtevrees?’ vraagt hij voordat hij mijn virtuele ogen uit het hoofd van mijn speler haalt en ze als een vogel boven het stadion laat zweven. Vanuit vogelperspectief zie ik snel in hoe dom mijn fout was. Speler B liep niet alleen vrij, maar ook de weg tussen hem en de goal was open. ‘We bootsen echte situaties uit echte wedstrijden na en gebruiken data die toch al voor analyse is verzameld. En omdat het echte data betreft gebeuren er tijdens de simulatie ook geen onverwachte dingen die je brein in de war kunnen schoppen. Een speler kan dus niet ineens gaan vliegen. Dat laat ons systeem niet toe.’

Een opmars
Sporten en trainen in virtual reality (VR) is bezig aan een enorme opmars. In de Verenigde Staten gooien en schoppen American Football-spelers van teams als de San Francisco 49ers, de Dallas Cowboys en de Tampa Bay Buccaneers al sinds 2013 virtueel ballen in het rond met behulp van de simulatie-software SIDEKIQ. Tegelijkertijd zweren onder andere de basketballers van de Detroit Pistons, de ijshockeyers van de Washington Capitols en teams van de Deutscher Fussball-Bund bij de VR-tools van STIVR.

In ons eigen Nederland trainen onder andere AZ, PSV en het Nederlands elftal met de software van Beyond Sports, dat vlak voor het WK Voetbal in Brazilië van 2016 met een werkend prototype op de proppen kwam. Dat al dat virtueel trainen daadwerkelijk effect heeft blijkt wel uit onderzoek van de Universiteit van Utrecht, dat concludeert dat regelmatig situaties en gebeurtenissen naspelen in de virtuele realiteit de reactiesnelheid van de hersenen verhoogt en het vermogen om het spel te lezen verbetert.

Maar VR is ook niet alleen interessant voor professionele sportteams, bleek in 2011 al uit onderzoek van het Centre national de la recherche scientifique, het Franse nationale centrum voor wetenschappelijk onderzoek. Het centrum liet zien dat proefpersonen die een virtuele omgeving voorgeschoteld kregen tijdens het fietsen op een hometrainer hun trapsessie niet alleen leuker vonden, maar ook minder last hadden van vermoeidheid. Ze konden dus langer en harder doorgaan dan proefpersonen die het zonder VR moesten stellen. Het toevoegen van een virtuele coach die hen aanmoedigde hielp hen ook nog eens hun snelheid te reguleren.

‘Virtual reality stelt je in staat dingen te doen die je normaal niet kunt doen’, weet Bert Otten van de Rijksuniversiteit Groningen. In 2016 werkte hij mee aan een onderzoek waarin gekeken werd of VR ingezet kan worden bij revalidatie van knieblessures. ‘We hebben daarvoor een virtueel stoplicht gebouwd, met daarbij een straat en voorbij razende auto’s. Vervolgens vroegen we proefpersonen om op een bepaald moment van de virtuele stoep af te stappen. Door alles wat om hen heen gebeurde raakten de proefpersonen afgeleid en waren ze veel minder met hun knie bezig.’ Het resultaat: de patiënten bogen hun knieën veel verder door dan zonder VR, en dat kan revalidatie bespoedigen.

Kilo’s knallen
Dat de afleiding die virtual reality biedt sporters kan stimuleren om harder te gaan en zich meer in te zetten, zien ook steeds meer bedrijven in. Zij willen een graantje meepikken van de belofte die VR is. Zo kwam hardloopplatform Runtastic in 2014 op de proppen met een VR-hardlooptraining die een saaie sportschool kon omtoveren in een prachtig heuvellandschap om zo de uren op de saaie loopband op te fleuren. En het Italiaanse Widerun doet hetzelfde met fietsers die vanwege weersomstandigheden aan de hometrainer gekluisterd zitten.

Dat die saaiheid doorbreken stimuleert, daar is de Amerikaan Tim Donahey het levende bewijs van. Eind 2015 raakte de voorheen fitte Tim door een familietragedie alle interesse in sport kwijt. ‘Na tien maanden niets doen was ik flink uitgedijd’, vertelt hij Men’s Health per mail. ‘Iedere blik in de spiegel herinnerde me eraan hoe ver ik was afgegleden. Maar opnieuw de sportschool in duiken, daar kon ik de motivatie niet voor opbrengen. Mezelf weer fit krijgen zou een lange, saaie taak zijn en daar kon ik mezelf niet toe zetten.’

Donahey besloot dat trainen vooral leuk moest zijn. In augustus 2016 bedacht hij wat hij uiteindelijk de VR Fitness 50 Day Challenge ging noemen: vijftig dagen virtueel sporten vanuit zijn huiskamer. Vijf keer per week begaf hij zich met behulp van een HTC Vive één uur lang in de virtuele realiteit en speelde simpel ogende spellen. Bij iedere sessie speelde hij vier games, variërend van ritmespel Audioshield en Sword Master VR (een game waarbij de speler zwaardgevechten aangaat met gedurfde tegenstanders) tot Fruit Ninja VR en Bitslap, waarin de speler razendsnel blokken uit de lucht moet meppen. ‘Je gebruikt je hele lichaam bij zo’n game. En omdat ze naarmate je verder komt steeds uitdagender worden voelden mijn workouts geen moment saai. Ik bleef mezelf uitdagen omdat ik continu mijn eigen scores wilde verbeteren. De tijd vloog voorbij.’

Hoewel het Donahey vooral te doen was om het terugwinnen van zijn fitheid, was hij na vijftig dagen spelen zes kilo lichter en – omdat dat gewicht zich vooral in zijn buikvet had verzameld – weer een stuk slanker. Met behulp van zijn hartslagmeter zag de Amerikaan dat hij per training zo’n 700 kilocalorieën verbrandde. ‘Na afloop van de VR Fitness 50 Day Challenge had ik mijn basisconditie terug en besloot ik weer te gaan hardlopen. Na een week was ik weer volop aan het fietsen, rennen en zwemmen.’ Inmiddels biedt Donahey soortgelijke trainingen aan via zijn eigen bedrijf VR Fit, dat virtuele trainingen verzorgt in een sportschool in de stad Columbus (Ohio). ‘Ik geloof echt dat dit de toekomst van fitness gaat zijn.’

Uit de bocht
Bij het Amerikaanse VirZOOM gaan ze wat het ontwikkelen van trainingen betreft nog een stuk verder dan Donahey. Het bedrijf stelde zich als doel het ploegen op een hometrainer minder saai te maken en ontwikkelde daarvoor een stationaire fiets die dienst doet als game-controller. Een setje magnetische sensoren in het apparaat houdt bij hoe hard de gebruiker trapt en een aantal knoppen op het handvat laat hem of haar acties ondernemen in de virtuele wereld. De VirZOOM (kosten: 250 dollar) wordt geleverd met een reeks aan spelletjes, waarin een speler bijvoorbeeld als Formule 1-auto over het circuit raast of als vliegend paard probeert appels te verzamelen. Hoe harder de speler trapt, hoe sneller de bolide over het asfalt scheurt (of hoe hoger het paard vliegt).

Ook bij Beyond Sports hebben ze ervaring met fietstrainingen. Naast de opstelling die voetballers betere inzichten moet geven – een tool die ook toe te passen is bij andere teamsporten als hockey, rugby en volleybal – prijkt een glimmende wedstrijdfiets van de Amerikaanse fabrikant Specialized. De stationaire fiets registreert met behulp van force feedback hoe hard de rijder trapt en welke kant hij opstuurt. De bewegingen worden vertaald naar het blikveld van de speler, die een parcours voor zich ziet in het vizier van zijn VR-headset.

‘We hebben een generator gebouwd die echte wedstrijdparcoursen nabouwt’, verduidelijkt Schouten. Nadat een rennen plaatsneemt op de fiets selecteert hij of zij zijn profiel en het te rijden parcours. Dat selecteren gaat zonder controller, omdat die lastig vast te houden is tijdens een race. Renners hoeven alleen een moment naar een optie te turen om de selectie te maken. Schouten: ‘We maken het hiermee mogelijk een parcours te trainen zonder daar daadwerkelijk naar af te reizen. We hebben de dames van Specialized (de fietsfabrikant heeft zijn eigen wielrenteams, red.) voorafgaand aan het WK 2016 in Doha alvast laten proeven aan het parcours. Wat opviel was dat ze in de simulatie vaak op dezelfde plek uit de bocht vlogen. Na de training wisten ze dat die bocht eraan kwam en dat het tijd was om te remmen. Tegelijkertijd zag je dat een hoop concurrenten die de training niet hadden gedaan tijdens de tijdrit nog steeds verrast werden door de bocht.’

(te) Hoge verwachtingen
Dankzij de aangepaste fiets van Specialized zien wielrenners niet alleen hoe een parcours eruit ziet, maar voélen ze ook hoe het is om het parcours te rijden. Gaan ze door een bocht, dan hellen ze over zoals ze dat in het echt ook zouden doen. En dat maakt de training nog efficiënter, merk ik wanneer ik tijdens mijn eigen voetbaltraining zie hoe mijn virtuele zelf er met de bal vandoor dribbelt terwijl ik in werkelijkheid nog stil sta. Dat desoriënterende gevoel wordt alleen maar erger wanneer ik even voor de fun in de huid kruip van Lionel Messi en vanuit zijn oogpunt meemaak hoe hij een bal het doel in kopt. Wanneer hij vervolgens rakelings langs de doelpaal scheert deins ik in een reflex achteruit en raak bijna mijn balans kwijt. Mijn ogen registreren dat ik beweeg, terwijl mijn evenwichtsorgaan voelt dat dat niet zo is. En dat kan bij langere blootstelling misselijkheid tot gevolg hebben.

Dat verschil tussen wat de ogen zien en wat het lichaam voelt is een probleem dat nog in de hele VR-wereld speelt, weet Bert Otten van de Rijksuniversiteit Groningen. Ondanks de positieve resultaten van het eerder genoemde onderzoek waar hij zelf aan meewerkte is hij kritisch op veel toepassingen van virtual reality. ‘Zelfs als je een simulatie maakt waarbij je blikveld met je lichaam meebeweegt, dan nog zit er een kleine vertraging in zo’n bril. Die zorgt ervoor dat je op den duur gedesoriënteerd raakt. VR in de sport toepassen kan zeker, maar we moeten er ook weer niet té hoge verwachtingen van hebben.’

Bij het Duitse Icaros GmbH denken ze de oplossing te hebben gevonden tegen dat desoriënterende aspect. Het in München gevestigde bedrijf bouwde een fitnessapparaat (óók Icaros genaamd) waarmee een mens met behulp van lichamelijke bewegingen door een virtuele wereld kan vliegen. De gebruiker neemt in een milde plank-positie plaats op met zacht schuim bedekte leuningen van het apparaat. Door zijn spieren – met name die in de buik, rug, benen en borst – aan te spannen kan hij de Icaros laten kantelen en draaien. Ondertussen ervaren het evenwichtsorgaan en de ogen dezelfde beweging, waardoor je niet misselijk wordt.

Het in 2015 opgerichte Icaros heeft inmiddels zo’n 200 fitnessapparaten verkocht aan sportscholen die gevestigd zijn in steden als Londen en Tokio. Een goedkopere thuisversie (prijs: circa 2.000 dollar) moet begin 2018 het levenslicht zien. Het apparaat belooft spieren tot twee keer zo effectief te stimuleren als gewone trainingen. Een mooie belofte, maar tegelijkertijd moet het fitnesstoestel (en VR in zijn geheel) niet gezien worden als complete vervanging voor alle sport, stelt mede-oprichter Johannes Scholl in gesprek met persbureau Bloomberg. Virtual reality is een extraatje, meent hij. ‘Ik ben dol op mountainbiken en snowboarden. Maar dat zijn toch dingen die ik het liefst in de echte buitenlucht doe.’

Wanneer ik de Oculus Rift-headset van Beyond Sports nog één laatste keer op mijn hoofd zet, keer ik virtueel terug naar de linksback-positie, de oude vertrouwde plek die ik in mijn jonge jaren altijd had. Ik zie hoe de keeper van mijn team een bal uit de lucht plukt en de rest van onze collega’s maant te gaan lopen. In plaats van de bal met een flinke poeier de andere kant van het veld op te knallen, tikt de keeper hem zachtjes naar mij toe. Vanuit een ooghoek zie ik een aanvaller van de tegenpartij op me af stuiven. Snel beslissen: terug naar de keeper (X) of de diepte opzoeken (Y)? Vlug draai ik me om en geef de bal met een korte pass af aan de speler achter me (B), die ik snel vanuit een ooghoek heb zien naderen. Die sprint het veld over en legt de bal voor aan de spits. Eindelijk heb ik eens de juiste beslissing genomen. De korte VR-training van Beyond Sports heeft me nu al geleerd beter te kijken. De simulatie stopt, maar in mijn hoofd klinkt het verlossende gejuich: goal!

Dit artikel verscheen eerder in