Space, the final frontier

Beeld: NASA

Beeld: NASA

De ruimte, dat spreekt tot de verbeelding. Niet zo gek dus dat er door de jaren heen tientallen televisieseries over verschenen zijn. Maar wat klopt er nou van al die series? Wubbo Ockels, ’s lands eerste astronaut, legt uit.

Wubbo Ockels valt meteen met de deur in huis. Televisie kijken? Dat doet de eerste Nederlander die ooit in de ruimte kwam nauwelijks. Heel soms komt Pauw & Witteman nog voorbij. En laatst keek hij toevallig naar een aflevering van Spuiten & Slikken. Maar de meeste televisieprogramma’s slaat hij over. “Ik heb ’s avonds vaak andere dingen te doen. En als ik op televisie geen mensen zie die ik thuis bij me op de bank zou willen hebben, dan hoef ik ook niet te kijken. De meeste televisie heeft ook geen inhoud.”

Ockels heeft zich nooit zo bezig gehouden met televisie. “Toen het net nieuw was heb ik er wel even aan gekluisterd gezeten hoor. Dat vond ik toen fantastisch. Vooral cabaret-programma’s. En ik heb veel science fiction gelezen. Maar films en series? Nee, dat trok me niet.” Toch kent hij sommige van de series die voorbij komen wel. Star Trek bijvoorbeeld. “Wie kent Spock nou niet?”

Star Trek (1966 – 1969)
‘To boldly go where no man has gone before’ is misschien wel de bekendste zin uit het science fiction-genre. Meestal gevolgd door een ruimteschip dat met een hoge snelheid het beeld uitvliegt. In een flits is het schip verdwenen, om elders in het ruimtestelsel weer tevoorschijn te komen. Reizen met ‘warpspeed’ wordt dat genoemd. En de ruimtevaarders in Star Trek reizen er sneller mee dan het licht. En dat zonder een centje pijn. Pure science fiction, volgens Ockels. Hoewel hij bij zijn ruimtevlucht in 1985 al in acht minuten om een baan om de aarde hing, blijf je met zulke snelheden niet vrolijk door een gang wandelen. Dan word je in je stoel gedrukt. Ook wanneer het ruimteschip Enterprise op een normale snelheid door de ruimte zou scheren.

Wie niet beter weet zou denken dat de crew van de Enterprise door een gewoon kantoorpand dwaalt. Dat rondlopen, dat kan aan boord van een raket of ruimtestation niet. Je bent gewichtsloos in de ruimte. Ook astronaut André Kuipers zweefde zes maanden rond zonder vaste grond onder zijn voeten. Net als Ockels dat een week lang deed. “Gewichtsloosheid kun je ook niet echt trainen. Je kunt het in een vliegtuig wel ervaren, maar dat bereid je niet voor op het echte werk. Krachten die je uitoefent hebben een heel andere uitwerking. Al zet je jezelf maar een klein beetje af, dan vlieg je al door de capsule. En je kunt ook niet remmen. Dat is echt heel erg wennen.”

Is kunstmatige zwaartekracht dan helemaal onmogelijk? Nee, volgens de natuurkundige. Als je bijvoorbeeld een ruimtestation zou laten ronddraaien, zouden bewoners dankzij de draaiing gewoon kunnen lopen. Een beetje net als de was in je droogtrommel tijdens de centrifuge. “Maar op dit moment zweven ruimtevaarders gewoon rond in hun capsules.”

The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy (1981)
Wie The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy gemist heeft (de serie, niet de film), doet er goed aan eens in de budgetbakken van een lokale dvd-handelaar te kijken. In de zesdelige serie naar het gelijknamige boek maken we kennis met aardling Arthur Dent. Net voordat de aarde vernietigd wordt om plaats te maken voor een intergalactische snelweg weet Arthur dankzij zijn vriend Ford Prefect een lift te krijgen aan boord van een ruimteschip. Boem, weg aarde. Maar Arthur heeft het overleefd en ontdekt de ruimte, als verstekeling aan boord van een ruimteschip.

Omdat Arthur aardig overvallen wordt door zijn plotselinge ruimtereis heeft hij geen tijd gehad zich om te kleden. Resultaat: een ruimtereis in pyjama. Mét handdoek, dat later in de serie het meest bruikbare voorwerp in de hele cosmos blijkt te zijn. The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy zit helemaal vol met dergelijke verrassingen. De pyjama van Arthur doet meteen denken aan het slapen aan boord van een ruimteschip. Want gewichtsloos zijn betekent ook gewichtsloos slapen. En dus zweef je bij het slapen door de capsule en maak je kans ergens tegenaan te botsen.

Volgens Ockels losten veel astronauten het probleem van zwevend slapen op door zich met hun riem vast te maken of door ergens tussen te kruipen. Maar erg lekker slaapt dat niet. Dus bedacht Ockels een ruimteslaapzak. Hij nam hem mee tijdens zijn eigen vlucht. “Het waren eigenlijk twee lakens die aan elkaar vast zaten met een luchtslang. Pompte je de luchtslang op, dan trok de slaapzak strak tegen je lichaam. Dat sliep heel behaaglijk.” Nog een mooie bijkomstigheid: de slaapzak zit vast aan de capsule en voorkomt zo dat je wegzweeft. Een door de Russen verder ontwikkelde variant wordt nog steeds gebruikt. Ook aan boord van het International Space Station.

Star Trek: Voyager (1995-2001)
‘Computer, een kop tomatensoep graag.’ Na lichtjes geïrriteerd wat vervolgvragen beantwoord te hebben krijgt luitenant Tom Paris een kop verse tomatensoep onder zijn neus. Heel anders dan in het echt. “Het voedsel dat we bij ons hadden aan boord van de Space Shuttle was allemaal gevriesdroogd. Dat betekent dat al het water eruit is gehaald. In onze keuken konden we met een dispenser water in het bakje spuiten. Bij zo’n ruimtekeuken moet je je niet al te veel voorstellen. Het was een inhammetje met waterdispenser en oven. Niets meer.”

Geen food replicator of high-tech voedselpillen dus, maar doorzichtige plastic bakjes aards eten dat uitzet nadat het water opgenomen heeft. En erg lekker was dat niet. “Je smaak is in de ruimte anders. Je proeft aroma’s minder goed. Ongekruid eten is in de ruimte daardoor echt ontzettend vies. De garnalen met hele hete rode saus vond ik dan weer wel lekker. Dat proefde je tenminste.”

Eten, slapen, wassen… alles is anders in de ruimte. Douchen kan er ook al niet, zoals we in Voyager regelmatig zien. De gewichtloze waterdruppels zouden lukraak in het rond gaan zweven. “Dus maak je maar een washandje nat en doe je het daar maar mee.” Kleren wassen? Ook al onmogelijk. En hoewel astronaut André Kuipers aan boord van het International Space Station sportte met behulp van speciaal ontworpen gewichten, is er van écht sporten geen sprake in de ruimte. Niet zoals je dat ziet in de verschillende Star Trek-series, waar bemanningsleden even naar het holodeck gaan om een potje te tennissen. “Tijdens mijn reis had je weinig tijd om te ontspannen. Als je al tijd had, dan keek je vooral uit het raam naar de aarde.”

Morgen gebeurt het (1957-1959)
Hoewel Ockels op jongere leeftijd wel eens voor de tv zat, is de allereerste science fiction serie van eigen bodem helemaal aan hem voorbij gegaan. ‘Morgen gebeurt het’ draait om een dreigende invasie van buitenaardse wezens die ontdekt wordt door de mysterieuze astronaut ‘Vogelman 3’, die in een satelliet om de aarde zweeft. In een van de beroemdste scènes staat Vogelman 3 via videobeeld in contact met de aarde, wanneer hij iets voorbij ziet scheren dat richting de aarde gaat. Een buitenaardse aanval? Meteen slaat de paniek toe.

Helemaal niet zoals het gaat aan boord van een echte raket of ruimtestation, volgens ruimtevaarder Ockels. De fouten moeten de makers van ‘Morgen gebeurt het’ ook worden vergeven: de serie werd gemaakt nog voordat er ook maar iemand in de ruimte was geweest. De Rus Joeri Gagarin was in 1961 de eerste. “We hadden vrijwel uitsluitend alleen radiocontact. Alleen bij heel bijzondere momenten gebruikten we video. Er gingen bij ons trouwens ook wel wat dingen mis, maar paniek is er nooit geweest.”

Een van de leukste ‘foutjes’ aan boord van Ockels’ ruimtevlucht was het ontsnappen van een fruitvliegje. Daarvan waren er zo’n 500 aan boord. Een test om te kijken of de vliegjes konden wennen aan gewichtsloosheid. En hoewel de beestjes er maar niet aan konden wennen, wist één fruitvliegje toch te ontsnappen. “We doopten hem Willie. En we maakten er wel grapjes over. ‘Hé, wat doet die vlieg op mijn voorruit?’ Maar ook hier waren we niet in paniek. Zelfs toen we een lek aan boord hadden bleven we kalm. Het enige vervelende was dat we daardoor een experiment moesten staken.”

Pigs in Space (1977-1981)
Gaat er aan boord van een ruimteschip iets mis, dan ben je het haasje. Daar hang je dan: in een ruimteschip dat naar aarde dreigt te storten. Ook de Muppets uit Pigs in Space gebeurt het in één van hun sketches. De oplossing? Belast afwerpen. Ongeveer het gewicht van één varken. Dus moet ruimtediva Miss Piggy eraan geloven.

Vier jaar lang was Pigs in Space een terugkerende favoriet in The Muppets Show. Vol flauwe ruimtehumor. Aan boord van een echte ruimtevlucht gaat het er veel serieuzer aan toe. Volgens Ockels heerst er een hele strenge hiërarchie, zoals je dat ook ziet in series als Star Trek. Alleen dan nog strenger. “De commandant heeft de leiding. Ook over de wetenschappers. Ik vond dat eerlijk gezegd een beetje overdreven voor een bemanning van acht personen.”

De hiërarchie was volgens Ockels zelfs zo serieus dat hij geen handdoek van een ander crew-lid mocht gebruiken nadat zijn handdoeken waren opgebruikt bij het opvangen van een olielek bij een experiment. Toch was er tijdens de vlucht van Ockels in 1985 plek voor een geintje. Space Shuttle Challenger vertrok op 30 oktober, één dag voor het Amerikaanse Halloween-feest. Dus maakten de Amerikaanse bemanningsleden papieren Halloween-maskers. “Zelfs kon ik daar niet zo om lachen. Het deed me niet zoveel. Heel erg Amerikaans.”

Babylon 5 (1994-1998)
Als we de verschillende science fiction series mogen geloven zit het heelal vol buitenaards leven. In Babylon 5 leven verschillende buitenaardse rassen zelfs samen op een intergalactisch ruimtestation. Ze ontmoeten elkaar om van elkaar te leren. Over elkaars religie bijvoorbeeld.

Of aliens nou goede of kwade bedoelingen hebben, dat ze er zijn staat volgens Ockels buiten kijf. “Het kan gewoon niet zo zijn dat er geen ander leven rondwaart. De cosmos is zo groot. Misschien hebben we ze nog niet gevonden omdat we op de verkeerde manier zoeken. Wij kijken naar het universum met een bepaalde bril op. We zoeken bijvoorbeeld naar bepaalde stoffen waaruit het leven op aarde bestaat. Maar misschien zijn er in de cosmos levensvormen die op heel andere bouwstenen gebaseerd zijn.”

De ontdekking van buitenaards leven zou volgens Ockels een hele belangrijke sprong voor de mensheid zijn. “Net als de uitvinding van het vuur. Ook toen we ontdekten dat de aarde rond was, was dat een enorme stap voor de mensheid. Dat zal bij een ontdekking van buitenaards leven niet anders zijn.” En wat nou als ze kwade bedoelingen hebben, net zoals de Vogon, Romulans, Klingons, Narn en Drakh? “Als ik ze tegen zou komen, zou ik maar beleefd zijn.”

Ter verdieping

Wubbo Ockels

Natuurkundige, piloot en hoogleraar Wubbo Ockels (1946) reisde in 1985 als eerste Nederlander naar de ruimte. Daar werkte hij een week in Spacelab, een laboratorium aan boord van de Space Shuttle Challenger. Na zijn ruimtevlucht bleef Ockels jaren lang verbonden aan ruimtevaartorganisatie ESA. Tegenwoordig richt hij zich als hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft op ontwikkelingen in duurzame energie. Zo overziet hij het zonnewagen-project Nuna en bedacht hij de ‘Superbus’: een razendsnelle bus bedoeld voor het openbaar vervoer. Daarnaast presenteerde Ockels in juli 2010 het groene zeilschip Ecolution, dat energie opwekt door te zeilen. In december van hetzelfde jaar werd het schip vernield door vandalen. Momenteel wordt het hersteld. Ockels staat daarnaast aan de wieg van het Wubbo Ockels Happy Energy Fonds: een fonds waarmee hij financiering wil bieden aan jonge ondernemers die duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan.
De video’s

Bij het schrijven van dit artikel gebruikten we scènes uit de genoemde science fiction series. De scènes bekijken? Bekijk de playlist op http://tinyurl.com/varagids-ruimte.

Dit artikel is eerder verschenen in varagids